Een kennismaking met een kwartet Odysseus ’91-spelers. De gebroeders Tolk en de gebroeders Scheepe
Twee duo’s van broers komen komend seizoen in actie voor Odysseus’91. Je hoort het goed, want Jeroen en Floris Tolk verschijnen met Pieter en Lennart Scheepe samen aan de aftrap van de wedstrijden van ‘Ody’. De jongens willen sportiviteit uitstralen en ook op niveau blijven voetballen. Het is vermeldenswaardig dat Jeroen, Floris en Lennart linksbenige voetballers zijn en Pieter rechtsbenige voetballer is. Het Utrechtsche Voetbal sprak vorige week dinsdag met ze.
Heren, allereerst van harte welkom namens het Utrechtsche Voetbal. Het voetbal is vergeven van de broers. En twee duo’s van broers die uitkomen voor Odysseus. Wat maakt het zo bijzonder volgens jullie?
Jeroen Tolk: „Ik vind het heel leuk dat we nu samen voetballen. Tijdens onze jeugd hebben we samen gevoetbald op veldjes en pleintjes. Maar nooit in een elftal. Floris en ik schelen twee jaar. Telkens vertrok ik bijvoorbeeld bij een B- of een C-elftal en dan kwam Floris daar te spelen. Naast mijn broertje is het één van mijn beste vrienden, dus is het leuk dat we nu samen in een elftal kunnen voetballen.”
Floris Tolk: „We komen samen op de linkerkant van het veld terecht. Het is toch wel leuk om te zien dat al die uurtjes dat we samen hebben gevoetbald toch wel werkt met combinaties op het veld.”
Lennert Scheepe: „Een beetje hetzelfde. Wij verschillen ook twee jaar, dus vroeger in de jeugd speelden we ook nooit samen in één elftal. Bij de senioren is dat nu wel mogelijk. Voor onze ouders is het wel leuk om ons op het veld te zien spelen.”
Pieter Scheepe: „Daar sluit ik mij bij aan. Ik denk niet dat wij hadden kunnen verwachten toen wij 16 en 14 waren dat we nu in Utrecht samen zouden spelen. Het is heel grappig hoe dat is verlopen”
Op welke posities spelen jullie en wat zijn jullie kwaliteiten?
Floris Tolk: Ik ben over het algemeen een linksback. Maar ben op meerdere posities inzetbaar. Ik kan van achteruit opbouwen. Ik ben sterk aan de bal. Ben minder goed in de verdedigende taken.”
Jeroen Tolk: „Op 10 en linksvoor verschijn ik aan de aftrap. Mijn linkerbeen is wel handig. Ik denk dat ik een goede steekpass en een goede startsnelheid heb waar ik veel gebruik van maak. Net als mijn broertje ben ik fysiek niet de sterkste. Dat is een mindere kant van mij.”
Lennart Scheepe: „Net zoals Floris ben ik linksback, mijn kwaliteiten zijn denk ik: rust aan de bal, inzicht, een goede steekpass. Ik moet het ook niet hebben van mijn fysiek maar van slim en simpel spel. Johan Cruijff zei altijd dat simpel voetballen het moeilijkst is. ”
Pieter Scheepe: „Ik ben een controlerende middenvelder en mijn kwaliteiten zijn mijn uithoudingsvermogen. In tegenstelling tot Lennart heb ik mijn fysiek mee. Ik hoop dat ik wel wat kan laten zien als ik terugkom, want ben bijna een jaar geblesseerd.”
Odysseus’91 is een studentenvereniging en er moet door studie en werk rekening moet houden met wisselende samenstellingen, is dat niet een enorme uitdaging?
Jeroen Tolk: „Op zich is dat wel een uitdaging. Iedereen van tevoren weet dat de uitdaging gaat komen. Daarnaast heb je ook jongens die wat langer voetballen. Je weet hoe het gaat lopen als het ware. Er zijn afspraken in het team gemaakt dat iedereen er zoveel mogelijk is.”
Floris Tolk: „Daar sluit ik me volledig bij aan.”
Pieter Scheepe: „Dit is mijn derde jaar geweest. Naast mijn drukke studie lukt het me best vaak om aanwezig te zijn. Een ongeschreven regel is dat je er in principe er altijd bent, of je afmeldt bij de trainer. Er is altijd een cohesie binnen het team geweest dat je altijd komt en als je er niet bent, word je er op een bepaalde manier er wel op aangesproken. Dat maakt het dat altijd zo druk is op de training en het zo leuk is. Alles is planbaar, dus dat is ook het motto. Als er een tentamen is, dan zorg je ervoor dat je op tijd begint met studeren, zodat je ervoor kan zorgen dat je op tijd op de trainingen kan zijn.”
Lennart Scheepe: „Daar ben ik het wel mee eens, de prioriteit van iedereen ligt bij het voetbal naast de studie. Dus je maakt tijd voor vrij voor het team. Daar heb je ook verantwoordelijk voor.”
En hebben jullie als ervaringsdeskundigen nog bruikbare tips voor studie, werk en voetbal?
Jeroen Tolk: „Wat Pieter al zei: alles is planbaar. Zorg ervoor dat je vooruit werkt, en weet wat je te wachten staat de komende tijd. Dan kom je aan zoveel mogelijk dingen toe. Bij mij staat de studie op 1, bijbaantjes en voetbal staan samen op 2. De rest plan ik daaromheen. In de bieb zitten helpt om uren te maken voor je studie. Tegen de tijd dat er tentamens eraan komen, is het wat rustiger, dat werkt voor mij heel goed.”
Pieter Scheepe: „Goede vraag en ik sluit me aan bij Jeroen. Heel veel dingen kun je plannen. Als er een keer echt iets niet lukt dan gaat de studie voor, dan kom je een keertje niet, maar in principe ben je er drie keer per week, en dat is wel te overzien. Want stel dat je bij een andere studentenvereniging zit, dan moet je er ook vaak zijn. Je kampt ook met hetzelfde probleem. Ik snap niet waarom het niet zou kunnen bij Odysseus bijvoorbeeld.”
Floris Tolk: „Ik denk dat ritme hierin wel handig kan zijn. Zodat je niet elke dag tot 13:00 uur in je bed blijft liggen en kijkt hoe de dag verloopt, haha. Je moet van tevoren inplannen. Alles is planbaar.
Lennart Scheepe: Alles is planbaar en voor de rest ben ik het met iedereen eens.”
Jullie spelen het langst bij de verenging, Pieter en Jeroen. Is het perspectief bij Odysseus veranderd?
Pieter Scheepe: „Dat denk ik niet. Toen ik bij Odysseus kwam hadden we best wel een gevestigd team, met jongens die heel lang en goed kunnen voetballen. In het eerste seizoen hadden we een periodetitel gepakt, ondanks dat we slecht aan dat seizoen waren begonnen. Helaas gingen er al jongens weg, het jaar erop gingen er meer sterkhouders weg, waardoor je aan een nieuw team moest bouwen. En ondanks dat de verwachtingen heel laag waren, omdat er veel jongens instroomden van lagere teams naar het hoofdelftal, ging dat eigenlijk best wel goed. Ook met de nieuwe trainer ging het heel goed. En zijn we weer in de middenmoot beland, niet eens met heel veel minder punten dan het jaar daarvoor. Helaas is er wederom een groot deel van de selectie vertrokken, waaronder ook de sterkhouders. Maar omdat het bij Odysseus flexibel verloopt qua spelers en aanvoer wat je dan dit seizoen krijgt, zijn we best wel benieuwd. Want we zijn niet afhankelijk van de jeugd, maar van spelers van buitenaf. Het perspectief blijft altijd hetzelfde richting de periodetitels én de subtop van de derde klasse.”
Jeroen Tolk: „Ik ben het grotendeels met Jeroen eens. De kracht van Odysseus is dat we een sterke aantrekkingskracht hebben voor spelers van buitenaf. Er gaan altijd wat jongens weg, dat wordt altijd goed opgevangen. We zien altijd dat we in het begin wat minder punten pakken en naarmate het seizoen vordert er meer voetbal in komt. De afgelopen drie seizoenen heb ik inderdaad hetzelfde ervaren.”
Floris, vanaf het seizoen 2023-2024 maak jij ook deel uit van Odysseus, maakte jouw broer Jeroen zich sterk voor jouw komst naar de club?
Floris Tolk: „Jeroen vond het wel leuk als ik bij ‘Ody’ zou komen. We hebben daarvoor bij dezelfde jeugdclubs gespeeld: eerst bij CDW en toen bij Bunnik. Het was wel duidelijk dat ik web zou gaan bij Bunnik en Jeroen had er wel een grote rol in dat ik naar ‘Ody’ zou komen, want hij zei dat het leuk is en het niveau is ook goed.”
Lennart, sinds vorig seizoen speel jij ook bij ‘Ody’. En jij hebt er eigenlijk voor gezorgd dat er nu twee duo’s van broers actief zijn binnen de vereniging, stond je samen met je broer Pieter erbij stil, dat je met de gebroeders Jeroen en Floris Tolk op het veld kunnen staan?
Lennart Scheepe: „Ik had er van tevoren nooit zo over nagedacht dat er twee duo’s van broers samen kunnen spelen in een team. Voor mij is iedereen een gelijkwaardig teamgenoot, of je nou broers van elkaar bent óf niet. Voor wat betreft de twee duo’s van broers heb ik er zo niet naar gekeken. Ik vond het vooral leuk om met mijn broer Pieter op het wedstrijdformulier te kunnen staan.”
Jeroen, jij was tijdens je eerste twee seizoenen ook trainer van het derde elftal van Odysseus. Hoe is het om trainer te zijn?
Jeroen Tolk: „Uhm, voor mij was het de eerste keer dat ik trainer werd. Ik ben eigenlijk een beetje per toeval ingerold daar, omdat er gewoon een trainer nodig was. En ik vond het best wel leuk, maar vond het wel gek, dat je middenin zo’n groep staat, naast dat je training geeft aan zo’n team. Mijn beste vriend voetbalde ook in dat team. Omdat het leeftijdsgenoten zijn, is dat best wel een gekke verhouding, als trainer moet je wel boven de groep staan, om de leiding te nemen. Dat heb ik wel gemerkt Maar ik vond het wel leuk, want het was een superleuke groep. En we gingen veel leuke dingen doen samen.”
Pieter, hebben jullie afgesproken om misschien in de subtop mee te draaien, in vergelijking met de voorbije seizoenen?
Pieter Scheepe: „De doelstelling is dat we kampioen worden, haha. En als we in de subtop eindigen is dat voor ons geen drama.”
Willen jullie eenzelfde ontwikkeling doormaken als Odysseus zelf?
Jeroen Tolk: „Ik moet zeggen dat ik de mythe van Odysseus niet perfect uit mijn hoofd ken. Ongetwijfeld, het is een prachtig mythisch figuur. En die ontwikkeling lijkt mij inderdaad een schoolvoorbeeld voor iedereen die bij Odysseus voetbalt.”
Floris Tolk: „Ik moet zeggen dat ik niet scherp heb, wat de club precies voor ogen heeft, ook omdat wij ieder jaar een ander bestuur hebben. Volgens mij is het doel van de club om richting de tweede klasse te gaan of hoog in de derde klasse mee te draaien. In principe zouden we dat allemaal willen. We zijn op 2 augustus begonnen met de eerste training en straks volgt de tweede training. We hebben veel van die nieuwe jongens nog niet gezien, dus daar kun je nog niets over zeggen. Maar in principe is dit altijd waar je naar toe wil: altijd omhoog.”
Jeroen Tolk vervolgt: „Voor wat betreft deze vraag haperde het bij mij een beetje, maar ik kan mij inderdaad wel redelijk bij Floris aansluiten. De ontwikkeling van Odysseus is lastig gaande te houden, maar de doelstelling is dat wij, zowel als individu als team, steeds beter worden.”
Lennart Scheepe: „Als club zijnde is het altijd lastig om een specifieke doelstelling te hebben, als je elk jaar een ander team in principe hebt. Je bent niet zeker van de spelers die je hebt. In de spelerslijst staan alle koppen dezelfde kant op. We halen allemaal het beste uit onszelf, we willen altijd beter en ik denk dat het wel aansluit bij de visie van de club.”
Pieter Scheepe: Dat is wel een ding van ons team. En als ik kijk naar de ambitie van de club, het is best wel een grote vereniging met tien herenteams en ook tien damesteams uit mijn hoofd. Het doel van de vereniging is sportiviteit en gezelligheid, dat wil dus zeggen dat je het sportieve en het competitieve kan combineren met gezelligheid. Dat is ook iets wat ik wil ambiëren. Daarom ben ik naar Odysseus gegaan om het naar mijn zin te hebben, maar ook op niveau te voetballen. De uitstraling van sportsmanship kan bij Odysseus’91.”
Tot slot, vinden jullie Het Utrechtsche Voetbal een welkome toevoeging aan het medialandschap van het voetbal?
Jeroen Tolk: Ja, wat mij betreft is het een leuk initiatief. Ik denk dat het contact vooral via de trainer zal gaan, maar die zal het ook leuk vinden. Ik vind het ook heel leuk dat je op die manier andere clubs uit de competitie een beetje kan volgen en een inkijkje krijgt daar. Hartstikke leuk en welkom wat mij betreft.”
Floris Tolk: „Ik sluit me daar volledig bij aan: altijd welkom.”
Lennart Scheepe: Ik denk dat Het Utrechtsche Voetbal een mooie toevoeging is aan het medialandschap van het voetbal en zeker om een goede blik te werpen op het amateurvoetbal. Want amateurvoetbal is heel belangrijk in Nederland, een kweekvijver voor alle talenten in Nederland. Bij Odysseus lopen er genoeg rond. Jullie zijn van harte welkom om bij Odysseus langs de lijn te staan. Jullie krijgen een special treatment van de vereniging, dat gebeurt in overleg met de vereniging, haha.”
Pieter Scheepe: Ja, ik vind het een mooi concept. Jullie zijn altijd welkom, ook voor de biertjes na de wedstrijd, die zijn op onze kosten.”
Tekst: Sherwin Dielbandhoesing
Foto’s: met dank aan de gebroeders Jeroen en Floris Tolk en de gebroeders Pieter en Lennart Scheepe
Blijf ook in de zomermaanden op de hoogte van al het amateurvoetbalnieuws in en rondom Utrecht.
