Even bellen met… Conner van der Werf (trainer Faja Lobi KDS)

Foto: Conner van der Werf (midden)

Conner van der Werf (34) uit IJsselstein is vanaf dit seizoen trainer van Vijfde klasser Faja Lobi KDS. Vanwege enkelblessures stopte hij vroeg met voetbal. Twintig jaar geleden zette hij zijn eerste stappen als jeugdtrainer. Bij VVIJ begon Conner ooit zijn loopbaan als trainer. David Vecht en Marcel Lindenaar, twee grote namen in het Utrechtse, hebben Conner gevormd. Ook met Fabian Schaken heeft hij goed samengewerkt. Samen trainden zij de ZO-1 van VVIJ. Bij PVCV is hij daarna actief geweest als TJC-Manager en trainer/coach. Naar aanleiding van een jeugdwedstrijd van PVCV O13-1 tegen Ajax, is hij door de KNVB gevraagd om zich aan te melden bij het Jeugdplan. Conner coachte destijds de JO13-1 van PVCV.

Als hoofdtrainer stond hij op eigen benen bij Austerlitz en SV Aurora. Hij wil de club Faja Lobi KDS langzaam opbouwen. Conner krijgt van Faja, een multiculturele club met Surinaamse én Utrechtse wortels, alle tijd en ruimte. Het Utrechtschse Voetbal sprak met Conner.

Conner, allereerst van harte welkom heet ik je namens de redactie van Het Utrechtsche Voetbal! Dit seizoen krijgt het Eerste elftal van Faja Lobi KDS te maken met jou als trainer. Hoe is Faja Lobi KDS bij jou uitgekomen?

„Dankjewel. Goede vraag, sowieso ben ik natuurlijk de afgelopen drie seizoenen trainer geweest bij SV Aurora. Daar speelden wij relatief veel tegen Faja Lobi KDS. Ik kom zelf uit de stad IJsselstein, dat is redelijk dichtbij de stad Utrecht. Ook veel spelers uit de selectie van Faja Lobi KDS, ken ik wel via-via. Aurora speelt op natuurgras. Voor de teamtactiek, ontwikkeling en voetbalcompetitie is het fijn om snel voetbal kunstgras te gebruiken. Dat is eigenlijk het belangrijkste stuk dat Aurora niet te bieden had. En daar was ik wel naar op zoek. Als ik dit seizoen überhaupt een nieuwe club wilde, dan moest het daaraan voldoen.

Faja Lobi KDS heeft een mooie accommodatie. Faja Lobi heeft twee kunstgrasvelden op het dak van de Ikea. Ik denk dat ik gewoon ben blijven ‘hangen’ bij Faja, op basis van mijn netwerk en achtergrond, welke ik heb bij de KNVB als trainer van het Jeugdplan, maar ook als hoofd jeugdopleidingen bij PVCV en als speler van VVIJ, waarvan veel spelers mij kennen. Op het moment dat Faja Lobi KDS afscheid nam van hun oude trainer, had men mij op het lijstje staan denk ik. Men wist wel dat ik ambitieus was, maar ik ben vijf weken geleden weer vader geworden. Dus ik heb gezegd dat ik op dit moment niet opensta voor teams in de vierde klasse of eventueel hoger. Mijn focus ligt op het gezin. Dat gaf Faja Lobi KDS de optie om te denken dat ik, met de ambitie die ik heb, in deze overgangssituatie, zou passen bij de club.

Er moest een heel nieuw team komen en een nieuwe vorm worden gegeven aan dat nieuwe team. Ik kon met mijn netwerk daar wel mee helpen. Ik denk dat het voor Faja een ideaal moment was om een positieve trainer met veel ervaring in de jeugd aan te stellen. Voor mij is het ook een ideaal moment, omdat ik dit seizoen ook niet aanwezig zal zijn, kijkend naar mijn gezin en de assistenten die er wel zullen zijn, om te helpen. “Het is een ideaal moment voor mij en de club, denk ik.”

Voelde jij je meteen welkom bij Faja Lobi KDS?

„Ja, ik voelde me gelijk welkom, ook omdat ze me de vrijheid gaven in de keuzes met het oog op de toekomst. Ook het bestuur heette mij welkom. De Surinaamse cultuur, gezelligheid en het eten dragen ontzettend bij. Er is altijd reuring op de club. Dat voelde meteen goed aan. “Dus ik voelde mij direct welkom.”

Een goede voorbereiding is het halve werk. Zijn jullie goed voorbereid op dit seizoen?

„Wij zijn zeker goed voorbereid. Wij beschikken over een grote staf en een grote spelersgroep. We zijn wel wat later begonnen in de voorbereiding en geven spelers de ruimte om te oefenen. Je speelt met andere samenstellingen. Vandaar dat de uitslagen ook verschillend zijn. We kijken uit naar een mooie start van het seizoen.”

Wat wil je met Faja dit seizoen bereiken?

„Het eerste jaar willen we elkaar goed leren kennen. We willen als groep met elkaar groeien, want het is een groep met veel nieuwe spelers. Het zou heel mooi zijn om op een positie te eindigen waar we eventueel mee kunnen spelen om de periode. Ik ben er wel van bewust dat er in deze vijfde klasse drie tot vier verenigingen erg sterk zijn. Ik geloof erin dat we in jaar één moeten zaaien en in jaar twee moeten oogsten. We hebben dertig nieuwe spelers die aan elkaar moeten wennen. We hebben drie nieuwe 023-elftallen op divisieniveau. Er is veel nieuwigheid. En ik geloof erin dat je eerst moet groeien als team om ook te kunnen presteren. De harde eis om een prijs is meer berust op het tweede seizoen. Het eerste seizoen willen we bouwen aan het team. Natuurlijk hopen we wel dat we mee kunnen doen om een periodetitel. “Het zou mooi zijn als dat gaat lukken, maar het is geen harde eis, omdat het teamproces echt moet worden aangepakt.”

Tot slot, Het Utrechtsche Voetbal is het platform voor de Utrechtse voetbalregio, wij volgen maar liefst 53 voetbalverenigingen. Leidt dit tot een aanzienlijke verbetering voor het amateurvoetbal?

„Ik denk dat het heel goed is dat hier aandacht wordt gegeven. Je hebt natuurlijk ook meerdere partijen die aandacht willen geven aan het amateurvoetbal in Utrecht. Het feit dat iemand dit wil oppakken en ook hierover wil communiceren, dat er meer kennis en info komt over de teams. Ik denk ook dat het goed is voor de liefhebber wat elke club aan het doen is. “Ik denk zeker dat het een meerwaarde is, en ik hoop ook dat jullie hier voortzetting aan gaan geven.”

Tekst: Sherwin Dielbandhoesing

Foto: met dank aan Conner van der Werf