Marc Drijver (30) is op zijn vierde begonnen met voetballen. Hij speelde voor Davo United, SRC, Blauw Wit ’34, ZAP, Breezand. Sinds 2022 komt hij uit voor VV Voorwaarts uit Utrecht. De verdediger is een echte teamplayer. Het Utrechtschse Voetbal sprak met Marc.
Marc, Je komt oorspronkelijk uit Noord-Holland. Is VV Voorwaarts een leuke club?
„Ik heb het onwijs naar mijn zin bij Voorwaarts. We hebben een hecht team en doen veel samen, ook buiten het voetbal.”
Je bent gestart aan je vierde seizoen als speler van Voorwaarts. Wat kunnen we dit seizoen verwachten van Voorwaarts in de vierde klasse?
„Dit is een vraag die moeilijk te beantwoorden is door mij. Er zijn teams bijgekomen. De poule waarin Voorwaarts speelt, ziet er iets anders uit. Komend competitieseizoen zal een aantal teams uit de hogere en lagere klassen deelnemen aan onze poule. Een paar teams hebben ook veel spelers aangetrokken. Vorig seizoen kwam het er niet uit. Ik hoop dat we het beter doen dan vorig seizoen en eindigen in de middenmoot. Als ik goed gaat, hoop ik op iets meer. We moeten even afwachten.”
Je krijgt elk seizoen te maken met nieuwe selecties in het amateurvoetbal. Hoe ga jij als speler daarmee om?
„Een groot deel van Voorwaarts-selectie is in de kern hetzelfde gebleven in de afgelopen jaren. Ik ben sociaal. Voetbal is een sociale sport. Als je aan de slag gaat bij een nieuwe club, moet je ook je best doen, dat je naar de wedstrijd gaat voor de gezelligheid. Ik probeer ervoor te zorgen dat nieuwe spelers zich meteen welkom voelen.”
Je bent verdediger. Wat is jouw toegevoegde waarde?
„Goede vraag. Ik ben kopsterk en ervaren. Verder kan ik de lange bal geven en heb een goede inspeelpass.”
Tot slot, Het Utrechtsche Voetbal is het platform voor het amateurvoetbal uit de Utrechtsche voetbalregio. Ga je ook het laatste nieuws lezen op onze nieuwssite en sociale media?
„Ja, dat denk ik wel. De verschillende klassen in de regio Utrecht werden voorheen niet goed gevolgd. En ik vind het juist leuk dat er meer aandacht is voor het Utrechtse voetbal.”
Tekst: Sherwin Dielbandhoesing
Foto: met dank aan Marc Drijver